Bij een boerderij hoort een waterput.

Benieuwd waren we bij de aankoop van onze boerderij hoe diep onze waterput of te wel ‘Pozzo’ in het Italiaans zou zijn. Allereerst takelden we de oude pomp die op de bodem lag naar boven. Volgens onze buurman Ennio (vorige eigenaar) lag het ding al jaren in de diepte op de grond. De pomp zou nog moeten werken. We takelden, en takelden, er leek geen eind aan te komen, maar uiteindelijk was de pomp daar.
De slang van de pomp werd opgemeten. We kwamen op ruim 30 meter!
En inderdaad, de pomp deed het nog!
Een put/pozzo is super handig bij een boerderij. Je denkt er misschien niet over na, maar ooit moet iemand de kuil gegraven hebben. Dat is een flink knap staaltje werk! Maar hoe dan?

Waterput

Een speciale techniek was vroeger bedacht hoe men dieper kon komen. Men begon met graven van een gat. Dat op zich al een dingetje is. Je moet weten dat we hier op harde kleigrond zitten. Je ziet soms het verschil tussen een steen of harde klei niet eens. Maar goed, als dan een begin was gemaakt met graven dan werd daar een ring van stenen in gezet. De eerste ringen van stenen metselde men niet aan elkaar. Ze werden opgestapeld zodat het grondwater er makkelijk doorheen kon sijpelen. Vervolgens werd van binnenuit verder gegraven. De ring van stenen zakte beetje bij beetje. Aan de bovenkant werden stenen opgestapeld en gemetseld. Om onder in de put de ring gelijkmatig te laten zakken werden er planken verticaal aan de buitenkant omheen gespannen. Dit hield de boel bij elkaar.

Het moet een onaangenaam karwei zijn geweest. Ga er maar aanstaan om 30 meter diep, onder in de schacht te graven. Dan zit je echt in de put! Komt daar de uitdrukking vandaan?
We zijn daarom die man, of wie het ook is geweest, eeuwig dankbaar voor het graven van het gat. Onze put staat helemaal achteraan op ons perceel. We gebruiken hem om onze tuin te sproeien. Maar vaak zitten we er ook om te genieten van het uitzicht en de heerlijke rust.

Nog niet uitgelezen?

en_GBEnglish (UK)